Lofzang op een Lied (part 2)
Black hole sun- Soundgarden
Hij heeft een stem die dwars door je ziel snijdt. Of eigenlijk is het geen stem, maar Een Strot. En wát voor éen! Zo eentje waar je U tegen zegt.
De zanger in kwestie? Chris Cornell. De band? Soundgarden. In deze Geluidentuin geen zoetsappige deuntjes maar bittere ernst. Grunge, weet u nog wel: depri, down, dark, diep, nineties, houthakkersbloezen, bak met herrie en bittersweet maar man, man, man: wat hield ik ervan!
En nog, vooral als ik in een melancholische bui ben.
Geweldigste herinnering aan mijn Grungeperiode, is en blijft toch wel Pinkpop ’92.
Het was weer eens raak met Pinksteren: far from home in Landgraaf, Limburg stonden we weer eens tot onze enkels (ik tot mijn pumps; sommige mensen leren het ook nooit) in de drek en smurrie, want de regen daalde genadeloos op ons neer.
Tegen de tijd dat Soundgarden begon kwam het werkelijk met bakken uit de lucht. Er was geen houden meer aan, en zelfs de meest verstokte fans en festivalgangers hielden het voor gezien. Samen met mijn trouwe Pinkpop-vriendin bleef ik dapper staan, weliswaar schuilend onder een armetierig hotdogkraampje, maar toch…Chris Cornell en zijn mannen zomaar aan me voorbij te laten gaan, dat kon dit meisjeshartje niet aan. Ik was namelijk meteen na het horen ervan verliefd geworden op De Strot.
Tot de dag van vandaag heb ik -afgezien van Queensryche’s Geoff Tate- nooit een betere rockzanger gehoord, of liever gezegd: een zanger die mij binnen dit genre zo wist te overdonderen met zijn stemgeluid,- volume en bereik.
Maar: ik dwaal af. Terug naar die regenachtige, koude velden van Landgraaf in de 90’s.Ik was doorweekt tot op mijn ondergoed en mijn mascara was niet waterproof, dus als een wanna-be Alice Cooper stond ik daar in de regen, te wachten op Mijn Nummer. Het nummer in kwestie was Black hole sun (ik zei het toch al: deprimerend). Geweldig goed, diepzinnig nummer met dito tekst en muziek, en een prachtige melodielijn. Steengoed bijelkaar gehouden door het geweeklaag van Chris. Een man met een stem als een gevoelig snaarinstrument, met uithalen zó hoog en krachtig, dat het een betonnen gebouw omver zou kunnen blazen.
En daar was het, eindelijk! Lang gewacht, toch gekomen. En hoe toepasselijk bleek de tekst….
“Black Hole Sun
Won’t you come
And wash away the rain?”
Maar dat laatste gebeurde niet. Op geen enkele manier liet de zon zich nog zien die dag, en de rain spoelde ons -letterlijk- weg. Tot ook wij het niet meer volhielden, en -tijdens Soundgarden- rennend uitweken naar de dichtstbijzijnde kroeg.
Die kroeg leek het jaar daarvoor nog het best bewaarde geheim van Pinkpop, maar dat jaar hadden alle bezoekers ‘em -zo leek het- ontdekt. Tegen de ramen geplakt zaten ze, de vele festivalgangers, en die ramen waren erger beslagen dan de ruiten van de liefdes-auto in Titanic….Eenmaal binnen vergaten wij echter onze Pinksterblues als sneeuw voor de zon, want nooit eerder was een ‘after’-party zo leuk als daar in die kleine, oergezellige kroeg!
Ik stond aan de ene kant van de ‘dansvloer’. Die bestond overigens alleen nog maar uit modder, bier en water. En terwijl de mooie klanken van Black hole sun nog naklonken in mijn hoofd, schalde ineens het oer-Limburgse ‘Bestel Mar’ uit de speakers, van Rowwen Heze.
En toen gebeurde het. Vanuit het niets kwam er van de ene naar de andere kant van de ‘dansvloer’, op zijn knieën, een wondermooie langharige blonde Grunge-jongen dwars door de modder aangegleden. Hij steekt zijn hand naar me uit en vraagt lachend: ‘Mag ik deze dans van U?’. Op mijn modderschuiten -voorheen pumps- neem ik verbouwereert maar tevens vereert de dans aan. Wat volgt is 1 van de meest hilarische, spontane en fantastische momenten uit mijn leven: iedereen bestormt na ons de dansvloer, en glijdt, zingt en springt eroverheen. Eén groot geweldig feest! Terwijl Soundgarden de laatste nummers voor een verregend, leeg veld staat te spelen, dans ik -op minuten afstand- vrolijk en (bijna) droog op Rowwen Heze met een uitzinnige menigte….
Sorry Chris Cornell. Sorry mannen van Soundgarden. En tóch heb ik van jullie genoten dat jaar….
X Niki
Back to the future!
Zoals velen las ik met lede ogen het nieuws, dat de nederlandse winkelketen V&D gaat sluiten. Net als andere gevestigde namen, zoals DA, Xenos, Dixons, etc.etc. Het zijn de namen waarmee ik opgegroeid ben.
De manier waarop eerstgenoemde moet sluiten lijkt ook nog eens niet helemaal kosher te zijn, en al die arme drommels van werknemers zonder werk…dat gun je toch niemand?
Neen. Maar: is deze ontwikkeling an sich eigenlijk wel zo erg? Voor betreffende werknemers natuurlijk wel, maar voor de moderne klant a.k.a. de consument? Wat wil die eigenlijk, heden ten dage?
Jarenlang werden we gehersenspoeld met het -mede door westers kapitalisme ingegeven- gedachtengoed rondom cijfers, opbrengsten, winst vs verlies, prestaties, resultaten, meetbaarheid & ‘SMART’ maken, consumeren, scoren en verdienen. ‘What’s in it for me?’ ‘Hoe hoog hebben we gescoord?’ en ‘Wat levert het op?’ leken key questions. Het ‘rendementsdenken’ was geboren.
Onlangs las ik daarover een fantastisch stuk, waarin de lezing ‘Trap het rendementsdenken van de scholen’ -van voormalig Dichter des Vaderlands en acteur Ramsey Nasr- werd weergegeven (te zien via de link op www.facebook.com/3Ccoach). Dat stuk gaf me -naast de massale sluiting van de winkelketens- al veel stof tot nadenken, maar pasgeleden kwamen daar de wijze woorden bij van ene Umair Haque. Die blijkt niet de minste te zijn, want naast schrijver en econoom is hij ook nog eens éen van de ‘Think50’: de grootste denkers in Management Land. Net als Nasr een hedendaagse Wijsgeer dus; je zou er zomaar jaloers op kunnen worden! Maar ik dwaal af…
Haque schreef op 12-03-16 (via www.medium.com) het stuk ‘Why the worlds needs wiser Leaders (and how to become one)’. Over falende leiders die zich de afgelopen decennia hadden verloren in ‘the trading of stuff including human potential’, in plaats van ‘being the creators of it’. En dat ze, door al dat pragmatische denken in strategieën en cijfertjes, vergaten te dromen, te inspireren. En na het lezen daarvan wist ik ineens het antwoord: Nee; de ontwikkeling van al die sluitingen is weliswaar heel jammer, maar niet erg’.
In de huidige kook-en woonbladen en andere lifestyleglossy’s (wees gerust: die lees ik ook veel en graag!) en in de web-en echte shops valt volop te constateren dat de consument hunkert naar echtheid. Geen eenheidsworsten uit massaproductie maar ambachtelijk & handgemaakt; geen mega-warenhuizen waar de klant een nummer is, maar kleinschaligheid & betrokkenheid; consuminderen, maar schaarse kwaliteitsaankopen vermeerderen; geen onpersoonlijke benadering maar een personal touch. Kortom, de tendens van de toekomst is: terug naar vroeger! So Back to the future folks, of liever gezegd: Back is the future. Eindelijk komt er weer ruimte voor kwaliteit, eigen(zinnig)heid, individualiteit, authenticiteit, integriteit, en last but definitively not least: creativiteit! En is het toeval dat al die woorden eindigen op ‘teit’? Door mij vrij vertaald als ‘tijd’ (een begrip dat men op Curacao overigens nog op waarde weet te schatten). Tijd en ruimte dus, voor degelijke & ambachtelijke produktie, voor mooie vormgeving, voor lokale-en streekprodukten, voor nieuwe dingen uitproberen, voor slowcooking, voor zorg,- aandacht & liefde, voor schoonheid, kunst & cultuur. Tijd ook voor degelijk,- vernieuwend,- kindgericht onderwijs, en voor ware zorg-en dienstverlening aan degenen die dat zooo goed kunnen gebruiken: alle soorten kinderen, ouderen, jongeren, vluchtelingen, hulpbehoevenden, zieken, randgroepen, etc. En dus ook -hoera in de gloria- tijd voor gepassioneerd werken met,- en daadwerkelijk investeren in mensen, ‘the human capital’ (en dat is -ook hier op ‘relaxed’ Curacao- keihard nodig)!
Komt dat even goed uit, want tot die laatste categorie reken ik m’n eigen, kleinschalige bedrijf 3C. Mooi man! Want ik geloof nog in de tijd voor een coachee (of klant) nemen, diens verjaardagen onthouden en desgevraagd de moeite nemen om de coachee thuis te bezoeken voor een goed gesprek. De diepte ingaan, in plaats van oppervlakkigheid. Trainingen, formulieren & tools worden zelf ontwikkeld. Visitekaartjes werden in den beginne zelf ontworpen en met de hand geknipt… En ondertussen droom ik wat af, inspireer her en der, werk samen en communiceer dat het een aard heeft. ‘Duurzaam investeren’, noemt men dat ook wel. En dat alles met plezier!
Weg met de snelle 1 dags-trainingen (‘kunnen we dat weer afvinken op het to do-lijstje’), weg met het kiezen voor ‘de grote namen’ en hun kwantiteit & woekerprijzen, en met het ‘teambuilden’ middels een simpel stranddagje met ‘het personeel’. Weg met de structurele ‘kijk mij eens hard werken’ overuren, maar ook met die benauwende prikklok. Weg met inefficïente ‘kantoortuinen’, en het wegnemen van de ruimte en autonomie op de werkvloer (‘voor ieder wissewasje heb je de handtekening van manager X of Y nodig’); het praten met je afdeling via memo’s, emails, ineffectieve & saaie vergaderingen, functionerings-en beoordelingsgesprekken en -godbetert- waarschuwingsbrieven! Terug naar inspirerend leiderschap en respect voor vakmanschap, naar gerichte aandacht voor degene die het uiteindelijk allemaal maar moet gaan waarmaken: de mens achter de medewerker.
Scholen, organisaties, zorgverleners, winkeliers, managers, (politiek) leiders, Captains of Industry en PZ/HR-functionarissen: ga met je tijd mee door de klok een stukkie terug te zetten: investeer weer echt en duurzaam in de groei van je eigen- en nieuwe mensen (wat dacht u bijv. van een nieuweling goed inwerken?), vertrouw eens wat meer op hen, geef aandacht op maat, maak gebruik van de aanwezige talenten en mogelijkheden of investeer in talentontwikkeling. Wees creatief, gebruik je handen weer, toon warmte & medemenselijkheid, handel vanuit een authentieke visie en geef je winkel/organisatie/bedrijf in godsnaam een eigen gezicht! Dat is dus iets anders dan lijvige beleidsplannen schrijven die ongelezen en onbegrepen in de la verdwijnen,- holle, moderne marketingkreten bezigen die niemand begrijpt, en amerikaanse strategieën -klakkeloos en zonder enig cultuurbesef- copïeren…Heus waar werkgevers: het loont zich, want u krijgt gemotiveerde, gelukkige medewerkers,- en betere resultaten terug.
Velen van ons zitten niet meer te wachten op een kille, afstandelijke, gelikte, betuttelende benadering -bij winkels, banken & bedrijven- waarin de klantvriendelijheid ver te zoeken is, en waar een -al dan niet onderbetaalde- medewerker de eigen produkten of diensten van diens organisatie niet eens (goed genoeg) kent. Dus afgelopen met de arrogantie van de macht en het rendementsdenken door de grote ketens, de banken, politici & beleidsmakers, en van de kapitalisten pur sang. Er is meer tussen hemel en aarde dan winst en meetbare resultaten! Dat leren vele gevestigde namen in het bedrijfsleven nu the hard way…
Dit is geenzins een bitter pleidooi voor communisme, socialisme of een andere (politieke) stroming, welnee: dit is een hoopvol pleidooi voor de terugkeer van tijd, echtheid, eigen(gereid)heid, mede-menselijkheid, kwaliteit, kleinschaligheid, creativiteit en vrijheid.
Op social media heeft de consument/klant de macht allang overgenomen: goedschiks,- maar ook kwaadschiks. Ze kunnen met 1 druk op de (recensie) knop je organisatie maken of breken. Dus droom! Inspireer! Investeer! Experimenteer! Waardeer! Stimuleer! Creëer! En: Communiceer (aub wat vaker oprecht, effectief & rechtstreeks)! Toon zonder schaamte je passie, gedrevenheid of liefde voor het vak,- de klant,- of je organisatie.
3C weet in elk geval aan welke kant ze staat. En er zijn steeds meer kleine en middelgrote organisaties die zich door hun persoonlijke aanpak bewust onderscheiden van de massa. ’Kwaliteit komt altijd bovendrijven’ luidt het gezegde. Het kost even wat tijd voor het opgemerkt wordt, maar ik woon al 10 jaar op Curacao, dus geduld in overvloed….
X Niki
Lopen door het water en andere verhalen; het evangelie volgens Simeon
Het blijft een lastige: opgroeiende kinderen en Bijbelonderwijs.
Natuurlijk: de Kinderbijbel leest als een spannend verhalenboek, maar de betekenis van behoorlijk abstracte zaken -zoals daar zijn: wonderen, plagen , het scheppingsverhaal en het Godsbegrip- blijft voor kinderen (en vele volwassenen) nogal moeilijk te bevatten. Ga er maar aan staan om kinderen dat op een aannemelijke wijze bij te brengen!
Onze zoon (overigens gezegend met een hebreeuwse, bijbelse naam; de naam van zowel een Pilaarheilige als een Hogepriester) gaat naar een leuke, nederlandstalige school. Daarvan zijn er niet zoveel op Curaçao, dus we waren blij met de toelating tot de Protestants-Christelijke school. En we zijn er -ondanks dat we onszelf geen christenen noemen- tot nu toe heel tevreden over. De school is kindgericht, inventief, betrokken en zeer actief, en ze doet er -vanuit haar christelijke signatuur- dan ook van alles aan om de Bijbel op creatieve wijze door te vertalen naar de kinderen, en dat verdiend hulde. Want gemakkelijk kan dat geenszins zijn!
Dat merken we regelmatig door de geheel unieke ‘vertaalslag’ die onze zoon naar de praktijk maakt. Enkele sprekende voorbeelden:
Who’s the boss?
Wanneer we een woordenwisseling met zoonlief hebben, komt het gesprek nog weleens op ‘degene die het voor het zeggen heeft in huis’. Uiteraard vinden mijn man en ik dat wij dat zijn, want: ouder, wijzer(?), nou ja in ieder geval grijzer, en ook nog toegerust met de nodige levenservaring.
Onze zoon denkt daar heel anders over; hij mag toch zeker zelf wel bepalen wat hij doet? Hij is daartoe heus wel in staat, en kent zichzelf tenslotte het beste (het manneke is pas 8…). Wanneer we echter dreigen te verzanden in een welles-niets spelletje, moeten wij het als ouders sinds enige tijd steevast ontgelden. Zoonlief heeft namelijk Een Troef in handen, opgedaan tijdens de bijbelse vormingslessen. Een troef waar geen speld tussen te krijgen is, en waar geen argument tegen bestand is, want ‘als de juf het zegt, dan is het zo!’. God is namelijk de baas. Van alles. Hijzelf dus uiteindelijk niet, maar…wij lekker ook niet! Wie doet hem wat?
De Wederopstanding volgens een 8- jarige
Rond Pasen van het vorige jaar kwam zoonlief thuis met een heel boeiend,- maar enigszins verwarrend verhaal. Het zat namelijk zo: “Mam, ze hebben heel gemeen tegen Jezus gedaan! Hij was heel goed maar de mensen vonden op een gegeven moment van niet, en toen hebben ze hem gewoon dóod gemaakt’….Ik hield mijn hart vast en verwachte de enge verhalen over het kruis die mij altijd zijn blijven achtervolgen, maar dat gedeelte sloeg hij voor het gemak even over. Om maar meteen over te gaan op het goede nieuws: “maar dat was eigenijk helemaal niet erg want Jezus is toen, na zo’n 3 jaar, mooi weer gaan leven want hij kreeg toen (maakt grootse gebaren) een hele grote steen bovenop zich, echt heel erg groot mam, en die brak toen ineens en er waren ook nog een paar vrouwen bij, die hebben hem geholpen met die enorme steen, en toen stond Jezus maar weer op en toen leefde hij weer! Dusss……”. Ik kijk hem met grote ogen aan, en moet glimlachen om zoveel eigen interpretatie in 1 verhaal. Ik probeer hem vervolgens uit te leggen dat het niet na 3 jaar was, maar na 3 dagen. Dit maakte weinig indruk op hem; een kwestie van nog niet zoveel tijdsbesef. Daarna gaf ik aan dat er volgens de Bijbel helemaal geen steen op Jezus was gevallen, maar dat hij helemaal zelf die grote steen -voor de ingang van de grot- had weggeschoven, dus ook zonder hulp van ‘een paar vrouwen’. Nu had ik zoonliefs aandacht wél. “Wow mam, echt helemaal zelf?! Dus je bedoeld dat hij zo sterk was dat hij dat kon?” Ik knik, en dan straalt hij van oor tot oor en hoeft verder geen enkele verduidelijking meer te horen. Hij heeft zojuist namelijk een hele belangrijke ontdekking gedaan, en je hoort het hem bijna hardop denken: ‘Jezus was dus de eerste echte Superhero, inclusief bijbehorende superpowers…. Wat een oneindig coole guy!’
Lopen door het Water
Alweer enkele jaren geleden was ik met zoonlief een heerlijk middagje naar het strand van Blue Bay. Aan het eind van de dag liepen we samen door de branding, ik voorop. Ineens hoor ik achter mij een enthousiast stemmetje: “Hey mam, kijk nou: Ik loop door het water! Net als God!” Ik vraag me af of ik dat wel goed gehoord heb, beleef ondertussen de grootste binnenpret, en draai me om. Daar staat hij, in zijn rode Cars zwembroekje, de voetjes in het water. Ik vraag, nog steeds verbaasd: ‘Wat zei je daar?”. “Nou kijk dan”, jengelt hij, ”wat ik kan!”. En hij loopt heel demonstratief een paar passen vooruit. Ik lach nu hardop, maar hij begrijpt niet wat er te lachen valt. Een beetje lachen in plaats van Het Wonder met gepaste eerbied aanschouwen; wat bezielt die vrouw? Dan zeg ik, mezelf herpakkend met een zo serieus mogelijke stem: “Luister, je kunt heel goed lopen hoor, maar punt 1: degene die liep was niet God, maar Jezus’. “ Nou ja zeg, Jézus dan!” Diepe zucht (oftewel: minor detail, lekker belangrijk). “En punt 2”, vul ik dapper aan, “het was niet lopen door het water, maar op het water. Dat is een belangrijk verschil hoor’. “Nietes!” klinkt het. “God…euh ik bedoel (verveelde stem) Jézus liep dóor het water heen! Net als ik nu!” “Nee”, probeer ik de ongelovige te overtuigen, “hij liep er echt bovenop, en dat was heel bijzonder want dat heeft vóor hem nog nooit iemand gedaan , en ook niet ná hem trouwens. En juist omdat hij dat soort dingen kon, was hij zo bijzonder…”
Hoewel zijn naam ‘Hij die Luistert’ betekent, doet mijn zoon op dat moment het tegenovergestelde. Hij richt zijn aandacht snel op een ronddobberend bootje, want naar zoveel onzin hoeft hij toch zeker niet te luisteren? En bovendien, wie zat er nou in dat leslokaal toen de juf dat allemaal vertelde, hij of ik?
Ik heb met hem te doen. Je zult toch maar een moeder hebben die zo weinig van de Bijbel snapt! Zo moeilijk is dat toch allemaal niet…?
X Niki