19 Januari 2017
Wow….. Ik werd er echt even stil van. Want het zal je maar gebeuren dat je plotseling gemaild wordt met het bericht, dat je vanochtend -tijdens een belangrijke toespraak op een historisch moment in de geschiedenis- uitgebreid genoemd en geciteerd bent door de Nederlandse minister Jet Bussemaker van het ministerie van OCW! Met naam, toenaam en geschreven woord… Het overkwam mij dus echt en het heeft me verrast, ontroerd, en enorm verblijd. Want de aanleiding was m’n blogverhaal van februari 2015, ‘Roots, het belang van je familiegeschiedenis’ (over de Smiet-naamsgeschiedenis, zie ‘Blogs’) van de 3C website! Dat verhaal was relevant omdat vandaag -na een eeuw- het complete Nationaal Archief van Suriname aan dat land teruggegeven is. Dit kon gebeuren nadat er jarenlang keihard door Nederland en Suriname aan een project gewerkt is, om dit mogelijk te maken. Minister Bussemaker gaf de speech op het afsluitende symposium, ten overstaan van allerlei Surinaamse en Nederlandse afgevaardigden in Den Haag. Hoe mooi, want nu kunnen alle Surinamers eindelijk op zoek gaan naar hun familiegeschiedenis, en hun roots (en hopelijk net zo trots zijn als ik). Groet Niki, 3C
Hier is het bijbehorende artikel! Nos.nl, 19 januari 2017 (speech not included in article)
Het laatste deel van bijna een kilometer papier met vele miljoenen pagina’s aan koloniaal verleden is vandaag teruggegeven aan Suriname. Minister Bussemaker overhandigde in Den Haag de laatste doos met documenten aan Rita Tjien Fooh van het Nationaal Archief in Paramaribo.
Suriname is er blij mee. “Het is een uniek project”, vertelt Tjien Fooh. “Voor zover ik weet is Nederland het enige land dat archieven uit het koloniale verleden teruggeeft aan de voormalige kolonie.”
Minister Bussemaker vindt het belangrijk dat het archief weer thuiskomt in het land waar het hoort. “Archieven moeten bewaard worden in het land waar de geschiedenis is geschreven. Suriname heeft zijn papieren geheugen weer terug.”
De oudste stukken in het archief zijn van 1662. Toen werd begonnen met het Doop,-Trouw en Begrafenisarchief. Tot de onafhankelijkheid van Suriname, in 1975, werd alles wat er gebeurde in de kolonie zelf opgeslagen.
Tot 1916 werd het archief in Suriname bewaard, maar het klimaat in het land was verre van ideaal voor de oude papieren. Ongedierte, vocht en schimmel tastten het archief steeds verder aan. Daarom bracht Nederland het over naar het Nationaal Archief in Den Haag.
In 2009 vroeg Suriname het archief terug. Er werden afspraken gemaakt over een Nationaal Archief in Paramaribo, personeel werd opgeleid en Nederland kreeg de tijd om alle stukken te digitaliseren. Op die manier is het archief altijd toegankelijk voor onderzoek.
In 2010 werden de eerste papieren overhandigd aan Suriname en vanaf vandaag is het archief in Suriname weer compleet.