Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 18-02-17; www.amigoe.com/pdf-napa
Iedereen kent er wel één. Of misschien ben je er zelf eentje. Zo iemand die ogenschijnlijk alles meeheeft: Vlotte babbel, leuk en representatief voorkomen, goeie baan, slim, en met benijdenswaardig mooie diploma’s.
Maar tevens iemand die niet echt ‘uit de verf’ komt. Die voor altijd Een Belofte blijft, en nooit helemaal aan de verwachting lijkt te voldoen. Iemand dus, die op zeker moment blijft steken in een vastgelopen carrière. Iemand die als het ware stopt met groeien, veelal zonder zichzelf daarvan bewust te zijn.
De Wannabe.
Een paar jaar geleden kwam hij -gestuurd door zijn werkgever- bij me. Laten we hem Gabriel noemen. Zijn eerste coachingsgesprek zal ik niet snel vergeten. Vrolijk pratend, lachend, amicaal en charmant begon hij over zichzelf te vertellen. Hij schetste een perfect plaatje.
Uitvoerig vertelde hij over zijn achtergrond, vele diploma’s en hobbies. Over zijn carriereverloop, en dat hij 2 jaar geleden nog ‘medewerker van het jaar’ was geworden. De boodschap was duidelijk: hij had een glansrijke toekomst. Er ontbrak alleen nog een mooie vrouw en een stel kinderen aan. En o ja, met dat droomhuis, daar was hij ook al mee bezig. Eigenlijk kwam ik er als gesprekspartner nauwelijks aan te pas. Deze coachee vulde zijn tijd voornamelijk met zijn eigen verhalen, en leek vooral geïnteresseerd in zichzelf.
Het was dus al snel duidelijk dat ik door Gabriel’s masker van succes en glorie heen moest prikken, om tot de kern te komen. Hij was tenslotte niet voor niets naar me toegestuurd….
Dit is een klus die de nodige zorgvuldigheid vraagt. Dat is namelijk het moment waarop je als coach hetgeen je waarneemt zodanig moet ‘spiegelen’, dat de coachee kritisch op zichzelf gaat reflecteren. Een confrontatie-techniek is daarbij soms onvermijdelijk. Want coachees als Gabriel zitten vaak niet te wachten op kritische toeschouwers die hun perfecte plaatje in de war komen schoppen. Maar: het was hoognodig.
In de daaropvolgende sessie besloot ik Gabriel te confronteren met zijn eigen houding en gedrag. Ik koos m’n woorden zorgvuldig en vertelde wat ik zag gebeuren. Dat liet hij toe. Even dacht hij na, herpakte zich en wat toen volgde was een vurig, geëmotioneerd relaas. Over het bedrijf waar hij voor werkte. Dat hij eigenlijk heel vrolijk was, en zoveel potentie had. Maar dat zijn werkgever dit maar niet inzag. Dat hij te weinig kansen kreeg. Dat hij allang gepromoveerd had moeten zijn tot afdelingsmanager. En dat dit met smoesjes maar steeds werd uitgesteld. Waardoor hij eigenlijk allang niet meer zo vrolijk was, als hij wel deed voorkomen. Maar dat lag dus niet aan hem. Het lag aan de ander. ‘Allemaal?’ vroeg ik nog. Ja. Allemaal. Want aan hem kon het niet liggen.
Het was duidelijk dat ik een gevoelige snaar had geraakt. Plotseling sprak ik niet meer met die gevierde, succesvolle jongen, maar met een zwaar gefrustreerde, gekwetste man.
Tijdens het coachingsproces dat volgde, zag ik die tegenstelling wel vaker. Van opgewekt en optimistisch, naar somber en pessimistisch. Eigenlijk had Gabriel het gewoon heel moeilijk met zichzelf en met de situatie. Een situatie waarin zijn beoogde dromen telkens -net- niet uitkwamen, en waarin hij zijn eigen aandeel stelselmatig ontkende.
We werkten vervolgens actief aan zijn vermogen om te komen tot zelfreflectie. Hij kreeg wat opdrachten mee om in de praktijk mee te gaan oefenen. Er waren momenten van groei, van inzicht en van totale eerlijkheid. Op die momenten toonde Gabriel zijn kwets baarheid, onzekerheid en teleurstelling. In de situatie, de organisatie en zichzelf. Dit waren intense, goede gesprekken. Op andere momenten had ik weer te maken met de charmeur, de smooth-talker, de bluffer. Alles zou goed komen, het viel allemaal wel mee, zijn bedrijf zou niet weten wat ze zouden missen als hij op ‘al die andere baanaanbiedingen’ in zou gaan, et cetera.
Uiteindelijk heeft Gabriel het niet gered. Hij kon de momenten van groei -die hij zo af en toe liet zien- niet vasthouden. Hij wist het niet om te zetten in een blijvend ander denk-en gedragspatroon, waardoor zijn resultaten uiteindelijk toch steeds ‘onder de maat’ bleven. De organisatie startte op zeker moment de ontslagprocedure.
En de coaching? Was die nou ook ‘mislukt’? Desgevraagd vond Gabriel, ondanks alles, toch van niet. En dat was ik met hem eens. Hij gaf aan belangrijke inzichten te hebben opgedaan. Gabriel komt er wel, hij heeft immers heel veel mee in het leven. Maar: hij heeft nog een aantal belangrijke lessen te leren.
Coachees als Gabriel, die ondanks hun potentie grote moeite hebben met kritische zelfreflectie, reageren heel verschillend op Personal-Coachingsprocessen.
De éen ziet zijn of haar eigen blinde vlekken, tekortkomingen en/of knelpunten vroeger of later in. Deze groep werkt actief aan de eigen groei en verbetering, en gebruikt het geleerde ondertussen op een effectieve manier. Met gebruikmaking van de al aanwezige talenten, kwaliteiten en vaardigheden.
De andere groep -veruit de kleinste groep gelukkig- blijft soms hangen in ontkenning en zal de schuld eerst bij de ander blijven leggen. Waardoor duurzame groei dus uitblijft, en de Wannabe vooralsnog geen ‘Will be’ wordt.
Beide soorten coachingsprocessen zijn in mijn optiek waardevol. Want soms zijn mensen er gewoon nog niet klaar voor om in die coachings-spiegel te kijken. Soms moeten ze nog meer levens-en werkervaring opdoen, met vallen -en uiteindelijk- weer opstaan. Soms zitten er andere, dieperliggende oorzaken achter die ze eerst aan zullen moeten pakken. En soms moeten ze eerst vastgeroeste, aangeleerde ideeën laten varen, over hoe hun toekomst eruit moet komen te zien, bijvoorbeeld: dat het okay is om geen leidinggevende te worden, maar dat er ook andere manieren zijn om te groeien binnen een organisatie. Coaching kan mensen dan een eerste aanzet tot positieve verandering geven.
En guess what? Dat is allemaal prima, want iedereen heeft z’n eigen proces, op z’n eigen tempo. Dus ook Wannabees kunnen er komen, met wat extra geduld en -vooral- levenservaring.