Waardering
Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 20-01-18; www.amigoe.com
Laten we het nieuwe jaar eens goed beginnen. Laten we eens tegen elkaar uitspreken, wat we leuk vinden aan elkaar. Wat we mooi vinden aan de ander. Waarmee de ander ons blij heeft gemaakt, of geholpen. Wat iemand voor goeds gepresteerd heeft. Oftewel: Spreek je waardering uit!
Wanneer ik bij bedrijven coachees kom bezoeken, die kampen met werkgerelateerde motivatieproblemen, dan kun je erop wachten: Vroeger of later komt naar boven, dat betreffende medewerker zich niet of nauwelijks gewaardeerd voelt. Ze missen een welgemeend complimentje, een teken van bevestiging dat ze goed bezig zijn.
Veel managers die zich jarenlang met hart en ziel inzetten voor hun teams, voelen zich soms na een tijd teleurgesteld, of verbitterd. Waarom? Niet zelden vanwege een gebrek aan waardering. Er wordt -door medewerkers zowel als de directie- veel als vanzelfsprekend gezien, want ‘het is toch logisch dat een manager altijd overuren maakt, en net iets harder werkt dan de rest’? En dus komt er zelden een schouderklopje, of een andere blijk van waardering voor zijn of haar grote inzet.
Ook in huwelijken gaat er veel mis naar aanleiding van gevoelens van onderwaardering. In het engels hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: To take things for granted. Heel veel echtelieden hebben het gevoel dat de ander ze niet wezenlijk meer ziet; wat hun werkelijke waarde en bijdrage aan het huwelijk of gezin is. Ook bij kinderen zie je, dat ze hevig teleurgesteld -en soms gedemotiveerd- raken, wanneer ze nooit eens van de juf horen, dat hun tekening mooi was, dat het fijn is om ze weer te zien, of dat ze altijd zo vriendelijk zijn voor anderen.
Nadat ik een tijdlang bij bedrijven had gecoacht en getraind, begon het me op te vallen dat medewerkers op mijn vraag ‘wat motiveert je nou het allermeest?’ heel vaak anders antwoordden dan ik vantevoren gedacht had. Namelijk meestal niet met ‘mijn salaris’. Of ‘meer verdienen’. Meestal lagen de antwoorden in de sfeer van ‘meer autonomie’, zoals zelfstandig beslissingen mogen nemen, of de eigen werkzaamheden,- of werktijden in mogen delen. Of ‘meer verantwoordelijkheden’. Men wil de kans krijgen om een grotere uitdaging aan te mogen gaan, bijv. middels een promotie of taakuitbreiding. En wat opvallend vaak genoemd werd: ‘de waardering van mijn klant/baas/collegas/team/gezin/de organisatie’. Kortom: waardering van anderen in de naaste omgeving is een grote bron van motivatie voor vele werknemers.
Mijn subjectieve bevindingen worden ondersteund door prof. dr. Rob Blomme van de Open Universiteit van Heerlen. Hij stelde in zijn recente inaugurele rede (maart 2017), dat er gezonde werknemers ontstaan, dankzij respect en waardering op de werkvloer. ‘Mensen ontlenen een groot deel van hun zelfrespect, identiteit en waarde aan het werken bij een organisatie’, stelt hij. Dus zo vreemd is het niet dat mensen tijdens het werk behoefte hebben aan wat meer waardering. Uit onderzoeken door de jaren heen blijkt dan ook, dat het gevoel gezien en gehoord te worden, van zeer grote waarde is voor het welbevinden van werknemers, en dus voor de inzet en -uiteindelijk- de resultaten.
Toch zie je keer op keer dat een schouderklopje, of een oprecht bedankje voor getoonde inzet, vaak ontbreekt. In plaats daarvan blijft de nadruk nog te vaak liggen op wat er mis gaat, en op zaken als output, presteren, rendement en winst. Zoals in de schoolklas, waar telkens dezelfde kinderen worden geprezen en beloond vanwege hun hoge cijfers, terwijl het kind dat extra hard z’n best doet -naar aanleiding van bijvoorbeeld leerproblemen- het jaar over moet doen, of dagelijks naar bijles moet.
Ook in de literatuur word de kracht van waardering nog eens benadrukt; ‘Het Groot Complimentenboek’ van F. van Marwijk en H. Poortvliet (juli 2017) is daar een mooi voorbeeld van. Dit boek beschrijft, hoeveel leuker het leven wordt als je leert om structureel complimenten te geven, en oog te hebben voor de positieve aspecten van anderen.
Het is belangrijk te vermelden, dat het niet gaat om buitensporig waarderen en bevestigen, zodat mensen op den duur alleen nog maar kunnen functioneren wanneer ze een compliment of extra bonus hebben gekregen. Mensen -groot en klein- die veelvuldig overgewaardeerd worden, worden niet zelden afhankelijk van bevestiging van buitenaf, en leren niet voldoende om op zichzelf te vertrouwen. Welnee, het gaat om het geven van welgemeende blijken van waardering, met een bepaalde regelmaat. Niet alleen tijdens beoordelingssituaties, en niet alleen aan de top-presteerders of de lievelingen. Aan iedereen.
Het is echter algemeen bekend, dat zoiets als complimenten geven voornamelijk gedaan wordt, door mensen die reeds voldoende zelfvertrouwen,- en een positief zelfbeeld hebben. Dat is dus wel een eerste vereiste om toe te kunnen werken naar een samenleving, waarin het uitten van waardering een prominente plaats toebedeeld krijgt. Een waardevol boek hierover is ‘The Unvalued Self’ (of ‘De Kracht van Zelfwaardering’), van E. Aron (augustus 2009).
Is dat nu geen mooi uitgangspunt voor het nieuwe jaar? Elkaar thuis, op scholen en op de werkplek vaker een welgemeend compliment of schouderklopje geven, zonder er iets voor terug te verwachten. Gewoon, om de ander te laten weten dat ie gezien, gehoord en dus gewaardeerd wordt. Daar worden we gezonder van, en gelukkiger, en dat stralen we vervolgens ook naar onze omgeving uit.
Dus bij deze: een heel gelukkig, gezond en waardevol 2018 gewenst, mooi mens!
Happy Endings
Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 09-12-17; www.amigoe.com
Velen houden van sprookjes waarin het Goede het Kwade overwint. Anderen smullen van Rom-coms waarbij ‘ze’ elkaar op het laatst in de armen sluiten. En massa’s mensen houden van programma’s met een ‘suprise!’ -element, waarbij alles ineens weer goed komt.
Kortom: iedereen houdt van Happy Endings!
Vooral in de Decembermaand stromen de holiday-en kerstfilms binnen, stuk voor stuk met een Happy End. Gelukkig vallen er ook veel Happy End-verhalen te vertellen vanuit de coachingspraktijk.
Zoals de coachee die zich na jaren van heel veel bedenkingen, wederszijds overspel en moedeloosheid weer -duurzaam- verzoende met haar echtgenoot.
Of zoals de dochter uit het vorige verhaal, die zich na lange tijd weer verzoende met haar biologische vader, die haar ooit in de steek liet. En die de macht over haar leven terugnam.
En wat te denken van de coachee die zich altijd enigskind had gewaand, maar die onlangs met zijn halfbroer en halfzus in contact is gekomen én gebleven…
Maar de ‘eind goed, al goed’ die mij het meest bij is gebleven, is die van een dame op leeftijd, die al 20 jr bij hetzelfde bedrijf werkte. Ze was zó gedemotiveerd geraakt door het werken op een afdeling voor klantenservice, dat ze meer en meer gezondheidsklachten kreeg. Tot op het punt dat ze om de week éen of twee dagen ziek was, met een skyhigh ziekteverzuim tot gevolg. Alsmede overbelaste en zwaar gefrustreerde naaste collega’s, en een HR afdeling en Front Office-manager die zich geen raad meer met haar wisten.
Toch werd ze niet ontslagen. En na korte tijd met haar te werken, begreep ik waarom.
Deze dame was tevens een warme, kritische, eigenzinnige, en humoristische vrouw die door haar weigering om zich te conformeren aan roddel, kuddegedag en kompinchi (vriendjespolitiek) vaak alleen stond.
Ze had al heel veel taken vervuld binnen het -relatief jonge- bedrijf; voorheen altijd naar tevredenheid. In de kern was ze juist heel goed met klanten en collega’s, maar door haar groeiende frustratie over de inefficiënte afdelingsorganisatie, de toenemende werkdruk en daarnaast een toenemend aantal veeleisende klanten, kon ze de lol van het werk niet meer inzien. Ze gaf de moed op, kreeg steeds meer gezondheids- en psychische klachten, maar hakte geen knopen door. Ze zweeg waar ze eerder haar stem liet horen. Zo legde ze -onbewust- de verantwoordelijkheid voor haar misère en toekomst bij het bedrijf.
Naar gaandeweg bleek, kwam dat ook door een fikse depressie in combinatie met overspannenheid en een grote drang naar zekerheid. Deze zaken leken haar welhaast handelingsonbekwaam te maken. Welhaast, want er bleek diep vanbinnen nog net genoeg spirit en vechtlust over te zijn, voor een grote verandering.
Gelukkig liet deze dame al aan het begin van het coachingstraject zien dat ze open stond voor zelfreflectie en groei. Ze zag in dat ze zelf in actie moest komen, en bereid moest zijn om enkele zekerheden op te geven, wilde ze langdurige arbeidsongeschiktheid en ontslag voorkomen.
Tijdens de sessies werd er gelachen en gehuild, met collega’s gesproken, gewerkt aan motivatie, en getracht de bestaande situatie te verbeteren. Dat hielp. Eventjes. Want na een vakantieperiode verviel de dame weer terug in hetzelfde gedrag, ook omdat cruciale personen in haar afdelingsomgeving niet meeveranderden. Ze kwam weer alleen te staan, de manager kwam z’n beloften niet na, en ik zag hoe haar motivatie weer begon af te nemen. De afdeling werd een zogenaamde ‘toxic environment’ voor de dame, en op dat moment leek een Happy End alles behalve waarschijnlijk.
Echter, het bedrijf was zeer positief verrast door haar getoonde inzet en doorzettingsvermogen, en de dame, de HR afdeling en ik gingen in gesprek. Het bedrijf bood haar vervolgens aanvullende hulp aan, en….overplaatsing! Geen afscheid van de organisatie, maar een andere afdeling om een projecttaak te gaan vervullen. Dat was mijns insziens een groots gebaar, maar tevens een risico.
De dame was erg dankbaar voor deze kans, en voor de grote inzet van de organisatie die zij voor haar gevoel zo vaak in de steek had gelaten. Ze worstelde nog wel even met het tijdelijke karakter van de nieuwe uitdaging. Maar na een confronterend coachingsgesprek, en een goede onderhandeling over de projectduur, besloot de dame -enigszins angstig maar ook hoopvol- om de nieuwe uitdaging op de nieuwe afdeling aan te gaan. Wat gebeurde was vergelijkbaar met een klein wondertje, zoals je dat normaal gesproken alleen in films ziet: de nieuwe afdeling was dolblij met haar, ondanks de vooroordelen die er over haar heersten. Ze greep haar kans met beide handen aan, en werkte keihard. Ik kreeg, in de sessies die daarop volgden, een andere vrouw tegenover me. Een gelukkige vrouw die straalde, kleurrijke kleding droeg, en weer met warmte, humor en trots over de organisatie sprak.
Jaren verstreken, en ik ontving plots een appje van m’n voormalige coachee. Kippenvel had ik tijdens het lezen ervan. De projectbaan was omgezet in een vast contract, ze had nauwelijks nog gezondheidsklachten en haar leven was weer op orde. Ze bedankte mij uitvoerig voor m’n inzet. Ik bedankte haar; she just made my day…
Ik wens iedereen een Happy End van 2017 toe, zodat 2018 weer opgeruimd, fris en hoopvol kan beginnen!
Een pakje sigaretten halen
Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 11-11-17; www.amigoe.com
In Nederland kennen ze sinds jaar en dag de uitdrukking: ‘Hij ging even een pakje sigaretten halen’.
Dat komt min of meer neer op ergens plotseling weggaan, en nooit meer terugkomen. En met dat ‘ergens’ wordt meestal het gezin bedoeld.
Helaas heb ik, sinds ik dit werk op het eiland doe, heel regelmatig gehoord van vaders en moeders die even ‘een pakje sigaretten gingen halen’. Of die hun kinderen ‘even’ bij familie te logeren brachten, om ze vervolgens niet meer op te halen. Al dan niet voor altijd, maar toch: kinderen plotseling en onaangekondigd in de steek laten op jonge leeftijd, terwijl ze nergens schuldig aan zijn, laat diepe sporen achter. En welke sporen dat zijn, dat ontdek ik vaak wanneer ik die groot-geworden kinderen ga begeleiden.
Eén van die ‘kinderen’ was Marsha (gefingeerde naam). Marsha was een talentvolle, vlotte, jonge medewerker bij een dynamisch bedrijf. Ze werkte met cijfers, en deed dat aanvankelijk met grote toewijding. Maar op persoonlijk vlak liep het niet goed. Op den duur begon haar werk er ook onder te lijden. Ze maakte steeds meer fouten, miste deadlines en durfde tegen haar veeleisende collega’s geen ‘nee’ te zeggen. De hoge werkdruk brak haar bijna op.
Ik kwam in haar leven toen ze op de piek van haar werkdruk zat. De emoties zaten hoog, haar functioneren verzwakte. Het bedrijf en ik kozen voor Personal Coaching met Counseling; een coachingstechniek waarbij je mensen met dieperliggende problemen intensief begeleidt.
Marsha was ijverig, slim en collegiaal. Maar: hier werd op de werkvloer en thuis flink misbruik van gemaakt. Ze vertelde hoe ze zich voortdurend overspoelt voelde, en machteloos. Toch bleef ze maar iedereen pleasen en helpen, uit angst om mensen teleur te stellen. Met als logisch gevolg, dat zij omkwam in het werk. Op enig moment kreeg ze er black-outs bij, en migraine aanvallen. Toen ik haar vroeg waar dit gedrag- dat grenzeloze pleasen, die angst en de machteloosheid- vandaan kwam, vertelde ze haar verhaal.
Dat verhaal ging terug naar haar jeugd. Op 8 jarige leeftijd was haar vader, haar grote vriend, haar alles, ineens vertrokken. Nota bene met als letterlijke opgaaf van reden: om een pakje sigaretten te halen! Hij keerde nooit meer terug, en liet een vrouw en twee kinderen radeloos en in shock achter.
Marsha was gebroken; ze begreep het niet en voelde zich schuldig. Dit onbegrip en -onterechte- schuldgevoel werd nooit weggenomen, omdat moeder te verdrietig en boos was om ooit nog over dit gezinstrauma te praten. En dus ging Marsha jarenlang van alles doen om haar moeder en zusje op te vrolijken. Ze nam daarbij ook nog allerlei volwassen taken op zich om moeder te ontlasten, onder het mom van ‘mama heeft het al zo zwaar’.
Op volwassen leeftijd had Marsha zich flink ontwikkeld; ze had een voltooide studie, een vaste relatie en een goeie baan. Het contact met haar vader was enigszins hersteld. Maar: haar gedragspatroon was nog hetzelfde gebleven. Met de al eerder omschreven problemen op o.a. het werk tot gevolg.
Tijdens de coachings werkten we in 1e instantie nauwelijks aan het verbeteren van de vakinhoudelijke vaardigheden. Die beheerste ze grotendeels wel. We spraken over zelfvertrouwen en zelfliefde. Over identificatie met je ouders versus zelfbesef en eigenwaarde. Over ‘nee’ leren zeggen en mensen durven teleurstellen, maar vooral over de macht terug nemen over je eigen leven. De inzichten die ze uit de gesprekken verkreeg, paste ze vervolgens toe op haar werk, en uiteindelijk ook thuis. Langzaam aan leerde Marsha dat haar gevoelens en haar mening er ook toe deden. Dat ze thuis niet meer alle klusjes hoefte te doen, en dat haar collega’s best even geduldig op iets konden wachten. Dat zij geen willoos slachtoffer van de situatie was, maar een krachtige, zelfstandige vrouw met wie serieus rekening gehouden diende te worden. Het was een lange, intensieve, maar bijzonder mooie weg.
Marsha voelde zich sterker en beter toen het traject was afgerond. Maar helaas: ik zou daarna nog vele Marsha’s tegenkomen. Veelal geplaagd door trauma’s, hechtingsproblematiek, woede en/of gezondheidsklachten.
‘Pakje sigaretten’ ouders handelen vaak impulsief, vanuit gevoelens van onmacht, eigenbelang, angst of onkunde. Maar zouden ze beseffen wat een spoor van ellende ze achterlaten bij hun kinderen?
En Marsha? Die leerde zich uiteindelijk staande te houden, op het werk zowel als privé. Weliswaar met littekens op haar ziel, maar toch…she did it. En ze heeft nooit van haar hele leven ook maar eén sigaret aangeraakt….