The Holy Grail

Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 14-04-18; www.amigoe.com

Het is alweer lichtjaren geleden dat ik me slap heb gelachen om de Monty Python film ‘Quest for the Holy Grail’. Een ridder zonder paard, met een knecht zonder verstand, die op zoek gaan naar de Heilige Graal. Het lijkt verdacht veel op een kansloze missie…

In het dagelijks leven is het dan ook niet erg raadzaam om actief op zoek te gaan naar jouw eigen graal. Misschien moet je die verdienen, of -als je heel veel geluk hebt- vinden,- danwel ontdekken?

In de coachingspraktijk is het ook zeldzaam, en daarom des te meer bijzonder, als je hét Holy Grail moment met éen van je coachees te pakken hebt.

Voor mij zijn alle coachees -niemand uitgezonderd- bijzonder. Want ze doent ’t toch maar: hun hele ziel en zaligheid bij jou uitstorten, je al hun vertrouwen geven in de hoop dat je ze net dat duwtje (of zeg soms maar gerust: dúw) in de goede richting kunt geven. Dat vergt moed, doorzettingsvermogen, en een heel sterke wil tot zelfontplooïing en groei. Bijzonder dus!

Maar hoe bijzonder iedereen ook voor me is, en hoe mooi en uniek al hun groeiprocessen ook zijn: ze kunnen natuurlijk niet allemaal voor die speciale Holy Grail-ervaring zorgen. En dat hoeft ook niet.

Onlangs stond ze ineens weer voor mijn neus. Ze stapte op me af met een meer dan stralende blik. Was het pure blijdschap? Trots misschien? Of was ze gewoon ‘happy to see me’?

Allemaal, zou weldra blijken. En méer. Al na 5 minuten was het me duidelijk, dat het háar beurt was om te praten. Dat ze de volledige ruimte moest krijgen voor haar verhaal. Zonder al teveel vragen van Niki-de-coach ertussendoor. We blikten terug van verleden naar heden.

Ze begon, en die speciale blik bleef gedurende het hele gesprek aanwezig. Over hoe ze de mensen op haar afdeling coachte, in plaats van alle antwoorden te geven. Over hoe ze haar studie aan het afronden was, na jarenlang treuzelen. Over hoe haar eigen huis bijna afgebouwd was. En over het leuke project op haar werk. Een project dat zo klein begonnen was, in het kader van ‘kennisoverdracht’. Maar dat inmiddels was uitgegroeid tot een organisatie-brede, veelomvattende ontwikkeling, die leidde naar goede samenwerking, meer onderling begrip, vergrote verdraagzaamheid en saamhorigheid en, o ja, ook nog naar daadwerkelijke kennisoverdracht.

En dat iedereen dat grotendeels in zijn/haar eigen tijd deed. Met een glimlach! En 100% inzet. En een aanwezigheidspercentage van 95%….

Ik voelde dat er kippenvel op mijn armen zat, en dat er zowaar een brok in mijn keel ontstond. Maar die slikte ik snel weg, om vragen te stellen, zoals: ‘Wiens initiatief was dit? Wie leidt dit? Wie faciliteert dit alles?’

Kalm, bescheiden, maar nog immer stralend gaf ze antwoord.  Het was een afdelingsinitiatief; zij is de trekker en leidt alle bijeenkomsten. Doordat het zo’n succes is faciliteert de organisatie het gebeuren. Just like that.

Een tijd geleden zat die hele afdeling bij mij in een grootscheeps verandertraject. Zoveel potentieel; zoveel loyaliteit; zoveel inzet. Maar evenzoveel obstakels.

En nu dít! Deze bijzondere dame -destijds al een hoogvlieger- kreeg ook begeleiding, omdat ze, als zovelen, moeite had met grenzen aangeven, en met ‘nee’ zeggen.

Nu zit er iemand tegenover mij die baanbrekend werk doet. Die gegroeid is van een ‘ruwe diamant met potentie’ naar een:

Changemanager; Organisatiecoach; Mentor; Aanspreekpunt; Initiator; Inspirator; Trainer; Leider

Eentje, die bovendien geen enkele moeite meer heeft met grenzen stellen.

Die aangeeft aan zichzelf gewerkt te hebben, aan haar laatste restje onzekerheid, aan de groei naar ware volwassenheid. Die niet langer gefocused is op het clichématige ‘waar wil je zijn over 5 jaar’, maar op haar eigen groei en ontwikkeling. Die aangeeft nu ‘gewoon klaar te zijn’ voor alles wat er op haar pad komt.

Kijk. Dat noem ik nou Wijsheid. Een ultieme vorm van groei. Een luttele vier coachingssessies aangrijpen om er niet alleen je doelen mee te behalen, maar om finaal boven jezelf uit te stijgen, en om jezelf als mens compleet opnieuw uit te vinden.

Het bijzondere voor een coach hieraan is, dat de combinatie van coaching, total commitment en wijsheid soms nog meer bewerkstelligd dan je ooit vantevoren had gehoopt. Dat iemand niet alleen een mooie verandering doormaakt, maar dat er een totale transformatie plaatsvindt. Die niet alleen ten goede komt aan de coachee, maar ook aan diens omgeving. En dat jij daar dan als coach, op afstand, de trotse getuige van mag zijn.

Aan het einde van ons gesprek, als die brok in mijn keel bijna niet meer weg te slikken is waardoor ik ‘em maar laat zitten, geven we elkaar een brasa. Ze bedankt mij voor mijn inzet en mijn aandeel; ik bedank háar.

Want voor het vinden van The Holy Grail, mag een mens best heel erg dankbaar zijn…en een coach is tenslotte ook maar gewoon een mens. Maar wel een mens met het mooiste beroep ter wereld!

 

50 shades of Black

 

Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 17-03-18; www.amigoe.com

Het is alweer jaren geleden dat hij zich bij de coachingspraktijk aanmeldde; een rustige, gemoedelijke Nederlandse jongen. Hij bekeek het leven met de voor hem zo typerende nuchtere blik en zelfspot. We hadden meteen een klik.

Maar al tijdens de eerste kennismaking viel het me regelmatig op dat hij wel erg hard voor zichzelf was. Zo benoemde hij vaak eigenschappen van zichzelf als ‘dom’ en ‘eigen schuld’, en riep hij geregeld uit ‘dat heb ik weer, hoor!’.De aanleiding voor zijn komst was zijn werk. Of vooral: Waarom het -uiteindelijk- telkens op niets uitliep als hij ergens werkte.Terwijl hij toch een goede opleiding en aardig wat ervaring op zak had.

Hij schetste het beeld van zichzelf als iemand die gemotiveerd begon, goede contacten had met collega’s, en van aanpakken wist. Maar die gaandeweg overbelast raakte, fouten begon te maken, wrijving kreeg met leidinggevenden en uiteindelijk de functie niet meer kon vervullen.

Wat er daarna gebeurde was meestal hetzelfde patroon: hij was eerst altijd blij verlost te zijn, maar dat gevoel was meestal van korte duur. Daarna kwam het gevoel van leegte en falen. Om vervolgens te vluchten in uitgaan, continu afspraken buiten de deur maken, en daarbij net iets teveel alcohol drinken. Als die fase weer voorbij was, kwam de klap: doelloos en eindeloos in de hangmat hangen, niemand willen zien, zich afsluiten voor vrienden, en nachtenlang wakker liggen en piekeren. Deze perioden duurden echter vaak relatief kort, en hij wist zichzelf na een dag of 3 altijd weer op te peppen en tot de orde te roepen. Perioden van het type ‘lighter shade of black’.

Vervolgens begon dan de realiteit weer door te dringen en het geld op te raken. Hij begon weer fanatiek te solliciteren, om daarna weer ergens te gaan werken waar zijn hart niet lag. Want dat was deel van het probleem; hij wist desgevraagd ook nooit goed wat hij nou eigenlijk precies wilde doen. Hij had geen passie, geen uitvergroot talent of doel. Dus hij deed maar wat, om bezig te blijven, om geld binnen te brengen.

Wanneer ik hem confronteerde met de ‘lighter shade of black’ gevoelens, vielen de woorden ‘lichte depressie’ weleens. Al snel maakte hij daar een grapje van; die woorden mochten niet meer vallen, dus bedachten we nicknames. Hij wilde het nog niet onder ogen zien.

Maar het patroon bleef. Ik bleef zijn gedrag spiegelen, zijn stemming benoemen en coachte hem gedurende langere tijd. Tijden van zon, en tijden van black, en alle kleurvarianten ertussenin. Maar: hij wilde groeien, ging bewuster leven en probeerde zijn grilligheid op  arbeidsgebied te doorgronden. In de tussentijd kreeg hij een relatie met een meisje in Nederland.

We kwamen uiteindelijk een heel eind, en hij had zijn leven weer aardig op orde. Op Curaçao was er immers altijd weer de zon, een feestje, vrienden en de nodige afleiding….Totdat hij naar zijn thuisland terugverhuisde.

De kou en duisternis aldaar sloegen in als een bom, en het altijd binnen zitten hielp ook niet mee. De nieuwe relatie werd na een tijdje een gewone relatie, en toen was er geen houden meer aan: de Darkest Shade of Black sloeg in. Er viel nu niets meer te ontvluchten, anders te benoemen, of op te peppen: er was sprake van een vreselijke, nietsontziende depressie en die ging na een paar dagen absoluut niet over.

Ditkeer werd mijn advies om gespecialiseerde, professionele hulp in te schakelen niet weggewuifd, maar ter harte genomen. Een zware, chronische depressie gaat zelden vanzelf over en kan bovendien gevaarlijk zijn, bijv. vanwege de relatie met suïcide.

Mijn coachee zocht en kreeg de juiste hulp. De diagnose ‘depressie’ werd al snel officieel vastgesteld, en toen kon hij het zelf niet langer ontkennen. Er werd een goed begeleidingstraject uitgestippeld, die te zijner tijd ondersteunt werd door medicatie. Het coachingsproces had een verandering doorgemaakt van samen onderzoeken, spiegelen en erkennen, naar herkennen, oorzaken aanpakken en leren aanvaarden.

Mijn coachee en ik hielden contact. Hij kreeg meer innerlijke rust, leerde zichzelf accepteren, gooide het roer om en ging een heel andere opleiding volgen. Inmiddels heeft hij een leuke nieuwe baan gevonden, die hij bewust en met zorg had gekozen. Zijn relatie heeft het uiteindelijk niet gered, omdat zijn vriendin de depressies niet meer kon handelen.

Depressies zijn complex van aard, haast ongrijpbaar, en ze komen voor in alle soorten en maten. Maar ze zijn ook veelvoorkomend, en menselijk. Dus waarom rust er dan toch nog zo’n taboe op depressief zijn, en andere mentale ziekten? De bekende nederlandse radio DJ  Stephan Bouwman besloot onlangs, live op de radio, om het taboe te doorbreken: hij deed huilend en dapper zijn verhaal. Hij kreeg vervolgens enorm veel fijne reacties van gelijkgestemden. Ook voor Nederlandse begrippen was dit ongekend.

Laten we ook op dushi Korsou onze ogen niet sluiten voor mentale ziekte nr 1: depressiviteit. Laten we degenen die eraan lijden de ruimte geven om zich te uitten. Biedt een luisterend oor aan mensen die omgeven zijn door die nare, zwarte wolk. Een wolk die niet op te lossen is met wat positiviteit. Laten we signaleren, het onderwerp bespreekbaar maken, goed doorverwijzen, en ons -vaak harde-  oordeel bijstellen. Want er bestaat niet zoiets als ‘gek’ of ‘normaal’; aan ieder van ons mankeert wel iets. En dat maakt de samenleving menselijk, divers en kleurrijk.

 

Sollicitatiestress

 

Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 17-02-18; www.amigoe.com

Het was fijn wakker worden een paar weken geleden: een berichtje van een trouwe coachee, met de mededeling dat ze zojuist was aangenomen voor een nieuwe baan. Ze was dolblij, en wilde me perse laten delen in haar vreugde.

Van dat soort berichten, en van het feit dat coachees de moeite nemen om je te informeren op –voor hun- belangrijke momenten, kan ik inderdaad heel blij worden.

In het specifieke geval van sollicitaties komt er altijd een belangrijke factor bij. Als coach sta je natuurlijk altijd aan de zijlijn. Je vraagt, spiegelt, luistert, vraagt door en je duwt soms een beetje, maar de coachee moet uiteindelijk toch zelf de prestatie leveren. Bij sollicitaties is er de extra spannende ‘redt ie het of redt ie het niet’ factor.  Tijdens gesprekken, workshops en trainingen op het gebied van solliciteren en alles wat daarmee samenhangt, leef je als coach mee. Je probeert de coachee zo goed mogelijk te ondersteunen en zo door die spannende fase van sollicitatiestress heen te loodsen.

Maar bij solliciaties spelen altijd een aantal externe factoren mee, zoals: sfeer, gezelschap & samenstelling, het momentum, welzijn van de coachee, mate van concurrentie en moeilijkheidsgraad van de vraagstelling, en….de factor geluk. Dus: enig realiteitsbesef van de coachee is van groot belang. Het kan lukken, maar…het kan ook niet doorgaan.

Dus bij sollicitatie-coaching is het vergroten van de realiteitszin voor enkelen belangrijk. Voor anderen is juist het vergroten van het optimisme belangrijk. Er worden weliswaar dagelijks mensen afgewezen, maar immers ook dagelijks mensen aangenomen! En er komt een keer dat het gaat lukken.

In gevallen waarbij de coachee in principe aan de meeste vacature-of functie eisen voldoet, maar desondanks last heeft van onvoldoende zelfvertrouwen, veel zenuwen en/of faalangst, ligt de focus van de coaching op: vergroten van het zelfvertrouwen, waardoor het geloof in eigen kunnen stijgt, en de zenuwen automatisch minder worden. Hierdoor wordt de angst om te falen ook kleiner. In gevallen van extreme zenuwen en angst, wil ik nog weleens ontspannings-of ademhalingsoefeningen aanleren. Ook verwijs ik solliciatie- coachees de laatste tijd vaak door naar de volgende website: www.wetalent.nl. Hierop staat een zeer goed artikel voor het vinden van het antwoord op de cruciale vraag’bij sollicitatiegesprekken: ‘Waarom moeten we jou aannemen voor deze functie?’’. Dit artikel geeft, na beantwoording van de deelvragen, een zeer goede indicatie van wat jij waard bent, en wat jouw eigen unieke kwaliteiten en eigenschappen zijn. Opdat je niet vervalt in de standaard-antwoorden die velen al geven, over algemene kwaliteiten, werkervaringen en diploma’s. Algemeenheden als ‘goede teamplayer’, ‘veel ervaring’, ‘harde werker’, ‘bijna nooit ziek’.  Een toekomstige werkgever wil weten wat jou jou maakt, wie ze in huis nemen en waardoor jij boven de anderen uitspringt.

Met diverse coachees heb ik deze doorvraag-oefening uit het artikel gedaan, en het geeft ze na afloop vaak meer zekerheid. Het is ook fijn om te weten wat je zoal waard bent, en wat je eigenlijk allemaal al ‘in huis hebt’ aan kwaliteiten en eigenheid. Vaak veel meer dan je zelf denkt!

Tijdens het sollicitatiegesprek, is -naast goede voorbereiding- de sfeer, het gezelschap, en een goede afstemming op  zowel de functie-inhoud als de organisatie, van groot belang. En verder speelt dus de factor ‘Geluk’ een heel grote rol.

Wanneer er, na een spannende periode van wachten, hopen en bidden een uitslag komt, dan kan die negatief zijn. In dat geval is het voor de solliciterende coachee -uitzonderingen daargelaten- haast altijd een grote teleurstelling. Neem de tijd om die te verwerken, maar bedenk ook: jij wordt niet als persoon afgewezen. Je wordt afgewezen als kandidaat voor een baan. Probeer dat onderscheid altijd tijdig te maken, zodat je niet teveel gaat twijfelen aan jezelf. Dat is niet goed voor een volgende solliciatie, maar zeker ook niet voor je zelfvertrouwen.

Uiteraard kan het ook allemaal heel positief uitpakken; je krijgt de baan. In dat geval veranderd er veel, moet je dingen gaan regelen, en begin je je voor te bereiden op een nieuwe fase in je leven. Ook dan blijft realisteitszin essentieel, dus bedenk vantevoren goed: er bestaan geen 100% droombanen, en alle begin is moeilijk en  intensief. Geef jezelf de tijd om te wennen aan de nieuwe baan en werkomgeving, en de ruimte om vragen te stellen en -heel belangrijk- fouten te mogen maken.

Wanneer je in staat bent om dit allemaal te bedenken en -in woord en daad- voor jezelf te relativeren, dan ben je er klaar voor, en wacht je een mooie, nieuwe uitdaging. Een kans, die alle sollicitatiestress alsnog de moeite waard maakt!

Niki blogt

De Challenge

Sinterklaasavond en de Kerstdagen zijn nog niet eens geweest, en toch ben ik dit weekend zomaar verrast & verblijd met maarliefst 15 paar schoenen en stapels leuke kleding! 🎉 Allemaal in mijn... Lees verder →