op!

Uit: Column Amigoe’s weekendbijlage Napa; 22-10-16; www.amigoe.com/pdf-napa

“Op Curaçao komt overspannenheid niet voor. Dat is weer typisch iets uit Nederland”.

Het is inmiddels alweer jaren geleden dat ik deze opmerking hoorde. Maar we zijn ruim 10 jaar verder, en de verhalen die ik hoor in de coachingspraktijk – op de werkvloer of in de eigen praktijk- bewijzen keihard het tegendeel. Curaçao mag dan een prachtig, zonovergoten eiland zijn met een hoog ‘don’t worry, be happy’ gehalte; zaken als stress, overmatig piekeren, hoge werkdruk, angst en oververmoeidheid zijn ook hier niets nieuws onder de zon.

Dus komt overspannenheid, overwerkt,- of overstressed zijn, en de overtreffende trap, de burn-out, op Curaçao net zo goed voor als elders in de wereld.
Alleen: het lijkt wel of het die naam nog steeds niet mag hebben. En zolang ‘het beestje’ geen naam heeft, bestaat het dus ook niet……of wel?

Enkele jaren geleden sprak ik haar. Een geweldige jongedame, werkzaam in de hulpverlening. Wat je zag en over haar hoorde: veel potentie, groot talent, de nodige werkervaring, uitstekende resultaten, zeer geliefd bij collega’s en cliënten,  gedreven en krachtig. Maar wat mij tevens opviel: doodmoe. En ook: van buiten vrolijk- van binnen somber, en teleurgesteld, met doffe ogen die voorheen straalden.

Het duurde niet lang voor ze -in de luwte en beslotenheid van de coachingskamer- aangaf  ‘dringend coaching’ nodig te hebben, want: ‘ik ben moe, ik ben leeg, ik ben…op’.
Okay, dat was dus duidelijk. Maar niet voor haar collega’s! Die zagen alleen die vrolijke, talentvolle, gedreven persoonlijkheid. ‘Niks mis mee’, gaven ze aan; ‘ze is alleen wat vaker ziek de laatste tijd’. Haar leidinggevende zag na lange tijd wel in dat er iets mis was, maar wist niet hoe te handelen in deze complexe,- voor haar ‘nieuwe’ situatie. Bovendien: wat betekende het voor de organisatie als deze top-werknemer plots uit zou vallen…?
Op de vraag aan de jongedame, waarom ze intern telkens dit masker van ‘niks aan de hand’  opzette was het antwoord: ‘Ben je mal? Er is nog nooit iemand overspannen geweest hier op kantoor! En ik wil niet de eerste, oftewel de zwakkeling, zijn. Dus werk ik maar door, met een -fake- glimlach op m’n gezicht. En hoop ondertussen op een wonder’.

Het heeft daarna nog twee maanden geduurd voordat haar lichaam besloot, dat het nu echt genoeg was. Het wonder bleef uit, en omdat ze niet naar haar innerlijke stem wilde luisteren, kreeg haar lichaam uitvalsverschijnselen: slaapproblemen, black outs, angstaanvallen, hoofdpijnen en extreme vermoeidheid teisterden haar, tot ze zich uiteindelijk overgaf. Ze was duidelijk overspannen, en al hard op weg naar opgebrand zijn, een burn-out.

Overspannenheid kun je vaak nog terugvoeren op werkgerelateerde zaken die iemand tijdelijk te veel zijn geworden; wanneer je deze situatie tijdig aanpakt, is de kans op herstel groot en de herstelperiode dientengevolge relatief kort. De klachten zijn ernstig, maar vaak goed te behandelen.
Wanneer er echter sprake is van een burn-out, zijn de klachten chronisch geworden, en soms  uitgelopen op een depressie. Deze mondt soms uit  in destructieve gedachten als ‘was ik er maar niet meer’. Het spreekt voor zich dat het herstel hiervan maanden tot enkele jaren kan duren, en professionele begeleiding is in deze gevallen zo goed als altijd een must geworden.

Voor de lezers die nu denken dat dit alleen zwakkelingen overkomt, wil ik terugverwijzen naar de positieve referenties die de jongedame kreeg toegewezen. Mensen die overspannen raken, en zeker degenen die in een burn -out terechtkomen, zijn niet zelden de meest toegewijde, betrokken,- en hardwerkende medewerkers uit een organisatie. Mensen met enorm veel hart voor de zaak. Maar: ook mensen die vaak niet goed genoeg naar hun eigen lichaam en innerlijke stem luisteren. Dat zou ik geen zwakheid willen noemen, eerder grenzeloosheid.

Met de dame in kwestie is het -met vallen en opstaan- uiteindelijk goed gekomen. Ze volgde tijdens haar verzuimperiode een intensief coachingstraject, op een andere locatie dan haar werkomgeving. De begeleiding was gericht op het versterken van haar zelfbeeld, anders leren denken,- en kijken naar situaties, en leren luisteren naar haar lichaam. Daarnaast werd er op een verantwoorde wijze toegewerkt naar reïntegratie. Ondertussen bleven zowel de huisarts als de werkgever nauw betrokken bij de voortgang van het herstelproces. Op de werkvloer werd niet langer geheimzinnig gedaan over wat er aan de hand was: het spreekwoordelijke ‘beestje’ kreeg eindelijk een naam.
En na zo’n 2 maanden uit de running te zijn geweest,  besloot ze haar functie -middels een gefaseerde urenopbouw- weer uit te oefenen. Dat ging gelukkig goed, waarna ze uiteindelijk toch besloot, om op een goede manier afscheid te nemen van de door haar geliefde werkgever en functie. Ze koos voor een geheel nieuwe parttime uitdaging, en werd daar heel gelukkig mee. Eind goed al goed, maar gezien de aanvankelijke  besluiteloosheid van de dame in kwestie en haar werkgever, had dit heel anders kunnen aflopen…

In de volgende column  zal ik ingaan op de essentiële rol van de werkgever in gevallen van overspannenheid en burn-out. Want hoewel het nemen van de eigen verantwoordelijkheid door bewuste werknemers belangrijk blijft, is de houding van de werkgever en diens beleidsuitvoerders cruciaal. En doorslaggevend waar het beeldvorming én preventie betreft, omtrent het taboe dat ‘overspannenheid/burn-out’ heet.